De laatste Prinsjesdag van struikelkabinet Schoof zit er op. Hoewel de begroting geen grote hervormingen bevat, vanwege de demissionaire status van het kabinet, zijn er toch wel de nodige maatregelen die uw portemonnee raken, in zowel positieve als negatieve zin.
Om met het goede nieuws te beginnen: volgens het Centraal Planbureau (CPB) stijgt de gemiddelde koopkracht volgend jaar met ongeveer 1,3%. Hiervoor hoeft het rompkabinet zich niet op de borst te kloppen: dit komt vooral omdat de lonen harder stijgen dan de inflatie. Het CPB rekent namelijk op een inflatie van 2,3% en een gemiddelde loonstijging van 4%. De bijstand en de AOW, die aan het minimumloon zijn gekoppeld, stijgen evenredig mee.
Op het gebied van vermogen is het beeld minder rooskleurig, vooral voor beleggers.
IEX zet 13 maatregelen voor u op een rij en sluit af met nog 7 maatregelen die ondernemers raken. Scherpe lezers zullen merken dat het kabinet in voorkomende gevallen over zijn graf heen regeert: sommige maatregelen gaan pas in 2027 in. Maar omdat ze in de stukken zijn aangekondigd en een gewaarschuwd mens voor twee telt, nemen we ze toch mee in dit overzicht.
Hoeveel ga ik er netto op vooruit in 2026?
Het Nibud heeft koopkrachtberekeningen losgelaten op 117 voorbeeldhuishoudens. Hieruit blijkt dat veruit de meeste Nederlanders er volgend jaar op vooruit gaan.
Bent u benieuwd naar uw situatie? Check dit dan op deze website.
|
1. Vermogensbelasting in box 3: lagere belastingvrijstelling
Over uw vermogen op 1 januari (de peildatum) moet u belasting betalen in box 3 van de inkomstenbelasting. Althans, voor zover dat vermogen uitkomt boven de vrijstelling (ook wel heffingvrij vermogen genoemd). Deze vrijstelling gaat komend jaar omlaag van €57.684 naar €51.396 (en voor fiscaal partners van €115.368 naar €102.792). Hierdoor moeten meer Nederlanders belasting betalen over hun vermogen en wordt ook meer vermogen belast.
Eerder werd overigens gesproken over een grens van €52.048, dus dit is een tegenvaller.
2. Hoger fictief rendement in box 3 voor beleggers
Hoeveel vermogensbelasting u verschuldigd bent, hangt af van de verdeling van uw vermogen over verschillende categorieën. Per categorie geldt een fictief rendement. Beleggers komen er in dat opzicht een stuk minder gunstig van af dan spaarders, omdat wordt gerekend met een hoger fictief rendement.
Het kabinet wil dit percentage met 1,78%-punt verhogen naar 7,78%, omdat voortaan ook huurinkomsten en het voordeel van eigen gebruik van woningen worden meegenomen in de berekeningsmethode. Over dat rendement wordt komend jaar 36% belasting geheven, net als nu. Beleggers betalen dus netto 2,80% belasting over hun vermogen.
Behaalt u minder rendement dan die 7,78%, dan kunt u gebruik maken van de tegenbewijsregeling. In dat geval wordt er alleen belasting geheven over het lagere, werkelijke rendement. Hoe dit in zijn werk gaat, kunt u lezen in dit artikel.
Het is nog wachten op een nieuw stelsel voor vermogensbelasting in Box 3, waarin voortaan belasting wordt geheven op het daadwerkelijk behaalde vermogen en fictieve rendementen definitief tot het verleden behoren.
3. Inkomstenbelasting in box 1: sneller in een hogere schijf
Om het terugdraaien van de btw-verhoging op cultuur, media en sport te betalen, worden de schijven van de inkomstenbelasting en heffingskortingen niet volledig aangepast aan de inflatie (lees: minder hard verhoogd). Hierdoor vallen belastingbetalers iets eerder in een volgende (lees: duurdere) schijf van de inkomstenbelasting.
De eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat in 2026 omhoog van €38.441 naar €38.883 in 2026. De tweede schijf van de inkomstenbelasting wordt opgetrokken van €76.817 naar €79.137.
4. Iets lager tarief in eerste schijf, maar hoger tarief in tweede schijf
Het tarief over in de eerste schijf daalt met 0,12%-punt, maar het tarief in de tweede schijf stijgt met 0,08%-punt. Het hoogste tarief blijft ongewijzigd.
Dit leidt tot deze belastingtarieven voor iedereen die nog geen AOW krijgt:
- Schijf 1: 35,70%
- Schijf 2: 37,56%
- Schijf 3: 49,5%
Voor AOW-ers wordt dat:
- Schijf 1: 17,80%
- Schijf 2: 37,56%
- Schijf 3: 49,50%
5. Gunstig voor werkenden: hogere arbeidskorting
De arbeidskorting is een inkomensafhankelijke heffingskorting waar iedere werkende tot een bepaald inkomen aanspraak op maakt. Deze korting wordt komend jaar wat verhoogd: bij het tweede knippunt met €25 en bij het derde knikpunt met €27.
6. Gasbelasting naar record, belasting over elektriciteit omlaag
In 2026 stijgen de overheidsheffingen met circa €5,72 op jaarbasis voor een huishouden met een gemiddeld verbruik van 2300 kWh en 1000 kuub gas, zo heeft energievergelijker Gaslicht.com becijferd. De energiebelasting op gas gaat met 4% omhoog, van € 0,6996 naar € 0,7267 per kuub gas. Dat is een recordniveau. Tegelijkterijd daalt de energiebelasting op stroom met 10% van € 0,1228 per kWh naar € 0,1108 per kWh. Het kabinet is al jarenlang bezig om stoken van gas op deze manier te ontmoedigen.
7. Iets lagere vermindering energiebelasting en hogere kosten netbeheer
De overheid ziet een deel van het energieverbruik als basisbehoefte. Daarom hoeft u hierover geen belasting te betalen. Als de plannen doorgaan, bedraagt de vermindering energiebelasting in 2026 €628,96. Dat is €6,23 minder dan 2025.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) meldde vandaag dat de netbeheerkosten voor stroom en gas volgend jaar met 3,38% omhoog zullen gaan. Voor een gemiddeld huishouden komt dat neer op €25 extra per jaar. Dat komt omdat netbeheerders grote investeringen moeten doen om de problemen op het overvolle stroomnet op te lossen.
Het kabinet legt verder €60 miljoen opzij voor de oprichting van een meerjarig energiefonds, waarmee huishoudens met een laag inkomen en hoge energielasten financieel worden ondersteund. Hier komt ook Europees geld voor beschikbaar.
8. Meevaller voor automobilisten: korting op brandstofaccijnzen wordt verlengd
Een meevaller voor automobilisten: de korting van €0,25 per liter op de brandstofaccijns op benzine, diesel en lpg wordt met nog een jaar verlengd tot 1 januari 2027. De accijns blijft daarmee €0,79 voor een liter benzine, €0,52 voor een liter diesel en €0,19 voor een liter LPG.
9. Vliegbelasting omhoog voor langere vluchten
Wie vliegt vanaf een Nederlandse luchthaven betaalt een vliegtaks. Deze bedraagt nu €29,40 per passagier per vlucht. Het kabinet wil dit tarief gaan differentiëren. Voor korte vluchten, naar bijvoorbeeld Portugal, blijft de prijs €29,40. Voor middellange vluchten, naar bijvoorbeeld Egypte en Turkije, wordt dat €47,24 per vlucht. En voor lange vluchten, zoals naar Mexico en Zuid-Afrika, €70,86. Hiervoor geldt wel een uitzondering: de langere vluchten naar het Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk blijven onder het laagste tarief vallen.
Let op: deze maatregel gaat pas in 2027 in.
10. Hogere zorgpremie
De maandelijkse premie voor de zorgverzekering stijgt in 2026 met €3 naar gemiddeld €159 per maand. De maximale zorgtoeslag stijgt met €1 tot €2 tot maximaal €131 per maand.
11. Meer kinderopvangtoeslag
Er gaat volgend jaar €199 miljoen extra naar de kinderopvang. Werkende ouders met een gezamenlijk inkomen tot €56.000 krijgen daardoor 96% van de maximum uurprijs vergoed. Ook ouders met hogere inkomens krijgen in 2026 meer vergoed. Verder wordt de maximumuurprijs met 4,84% verhoogd. De maximumuurprijzen:

12. Diverse ingrepen in erf- en schenkbelasting
Er komen ook diverse ingrepen in de erf- en schenkbelasting. Het kabinet wil voorkomen dat er oneerlijke trucs worden gebruikt om minder belasting te betalen bij een erfenis of schenking. Als partners hun vermogen vóór een overlijden of scheiding ongelijk hadden verdeeld om belasting te ontwijken, wordt dat straks rechtgetrokken. Hierdoor gaan echtgenoten bij het einde van het huwelijk over de helft van de gemeenschap van goederen schenk-of erfbelasting betalen, ook als het op papier ongelijk is verdeeld.
Ook wordt de aangiftetermijn voor de erfbelasting na overlijden verruimd, van acht naar twintig maanden. Nabestaanden krijgen dus meer tijd om aangifte te doen.
Verder wil het kabinet schenkingen binnen 180 dagen vóór overlijden niet langer beschouwen als een schenking, maar alleen als deel van de erfenis. Dit betekent dat u niet twee keer aangifte hoeft te doen (eerst voor schenkbelasting en daarna voor erfbelasting), maar dat alles in één keer wordt afgerekend. Maar ook dat u mogelijk fiscaal voordeel misloopt vanwege de belastingvrijstellingen.
Tot slot worden biologische kinderen vanaf 2026 voor de schenk- en erfbelasting gelijk behandeld als kinderen die een juridische band met hun ouders hebben (zijn geboren uit een huwelijk, geadopteerd of door de vader erkend). Zij maken daarmee dus ook aanspraak op dezelfde belastingvrijstellingen en het verlaagde belastingtarief. Biologische kinderen moeten wel een DNA-test als bewijsstuk kunnen onderhandigen en in het testament zijn genoemd.
13. Versoepeling huurtoeslag: meer huurders krijgen er recht op
De berekening van de huurtoeslag wordt in 2026 eenvoudiger. Bovendien krijgen meer huurders recht op deze tegemoetkoming: ze kunnen het ook aanvragen met een huur van meer dan €900 per maand en de leeftijdsgrens gaat omlaag van 23 naar 21 jaar. Voor jongeren onder de 21 jaar is de hoogte van de huur bepalend: wie meer dan €501 per maand neertelt, heeft mogelijk ook recht op huurtoeslag.
Wel tellen servicekosten volgend jaar niet meer mee voor de huurtoeslag.
7 maatregelen die ondernemers raken
We sluiten af met enkele maatregelen die ondernemers raken:
1. Zelfstandigenaftrek gehalveerd
Dit doet zzp-ers pijn: de zelfstandigenaftrek (een vrijstelling voor ondernemers voor de inkomensbelasting) wordt ruim gehalveerd van €2.470 naar €1.200. De MKB-winstvrijstelling blijft wel ongewijzigd (12,7%).
2. Hogere schijfgrens aanmerkelijk belang-heffing
Wie meer 5% of meer aandelen in een bedrijf bezit, heeft een 'aanmerkelijk belang'. U moet dan belasting betalen als u een winstuitkering (dividend) doet of aandelen van de BV van de hand doet. Hiervoor gelden twee schijven. Over de eerste schijf betaalt u 24,5% belasting en over de tweede 31%. De grens voor de tweede schijf wordt iets verhoogd, van €67.804 naar €68.843.
... maar vennootschapsbelasting ongewijzigd
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven opnieuw ongewijzigd, net als de schijfgrens. Dat betekent de volgende tarieven:
- tot €200.000: 19%
- daarboven: 25,8%
3. Private-equitymanagers gaan meer belasting betalen
Private equity-managers betalen nu vaak minder belasting over het vermogen dat zij via hun werk opbouwen als onderdeel van hun salaris dan gewone spaarders en beleggers. Het kabinet wil dat verschil wegpoetsen. Voortaan gaan deze managers hetzelfde belastingtarief betalen als mensen die vermogen hebben in box 3, namelijk 36%.
4. Hogere belasting voor werkgevers op benzine- en dieselauto's
Werkgevers moeten vanaf 2027 extra betalen als zij hun werknemer een niet-elektrische auto aanbieden. Dit komt bovenop de reguliere loonheffing die de werknemer is verschuldigd voor het privégebruik van zijn of haar auto van de zaak (de bijtelling). Het tarief van de eindheffing wordt 12% van de catalogusprijs op jaarbasis. Voor een auto van €50.000 gaat het dus om €6.000 per jaar. Emissieloze voertuigen zijn hiervan uitgezonderd.
5. Aanpassing fietsregeling
De fietsregeling wordt verduidelijkt. Normaal geldt er een bijtelling van 7% van de waarde van een fiets die door een werkgever ook privé ter beschikking wordt gesteld, bijvoorbeeld voor woon-werkverkeer. Maar in de praktijk leverde dit problemen op bij deelfietsen zoals OV-fietsen of hubfietsen, die vaak alleen een klein deel van het traject worden gebruikt en niet standaard thuis staan.
Daarom wordt de bijtelling op nihil gesteld als een fiets niet of slechts incidenteel bij het woonadres van de werknemer wordt gestald. Er is dan dus geen belasting verschuldigd over het privégebruik van de fiets. Deze wijziging geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020.
6. Ondernemers moeten betalen over drinkwater
Drinkwater wordt in de toekomst een stuk duurder voor bedrijven. Vanaf 2026 moeten bedrijven over een groter deel van het drinkwater dat zij gebruiken belasting betalenen in 2027 komt het heffingsplafond helemaal te vervallen. Ondernemers moeten dan over elke druppel water belasting betalen.
7. CO2-heffing via trucje van de baan
Tot slot gaat het demissionaire kabinet de industrie helpen door de nationale CO2-heffing buitenspel te zetten. Dit gebeurt wel via een trucje, om te voorkomen dat Nederland daarvoor financieel wordt gestraft door Brussel. Verder wordt de industrie nog een jaar langer geholpen met een lagere elektriciteitsrekening.