Wanneer de feiten veranderen, verander ik van gedachten
Woensdag 22 April 2015 | Door Yves Longchamp
De sinds begin dit jaar gepubliceerde economische cijfers in Europa bevestigen ons beeld dat de economie aantrekt. Aangezien er verschillende groeiaanjagers zijn, hebben we er vertrouwen in dat de activiteit dit jaar verder zal toenemen.
In de belangrijkste economieën van de eurozone (Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië), die samen goed zijn voor ongeveer driekwart van het BBP van de eurozone, groeit de export in een fors tempo. De doorgevoerde hervormingen en de zwakke euro hebben bijgedragen tot de verbeterde concurrentiepositie van deze landen.
Wat volgens ons nog belangrijker is, is dat de binnenlandse vraag, die de grootste rem op de groei was, weer aantrekt. In alle grote economieën van de eurozone neemt de consumptie weer toe dankzij de iets betere werkgelegenheidsvooruitzichten en het toegenomen consumentenvertrouwen.
Investeringen
Wat de investeringen betreft, is het de BBP-component die het zwaarst getroffen is door de crisis. De ontwikkeling ervan is onevenwichtig. In Duitsland en Spanje zijn de kapitaaluitgaven positief, in Italië en Frankrijk blijven ze echter afnemen. Geherkapitaliseerde banken, dalende
rente en ruime liquiditeit gecombineerd met een beter vooruitzicht zouden moeten leiden tot aantrekkende investeringen.
Naar aanleiding van de stroom van positieve economische indicatoren heeft de ECB voor het eerst sinds de financiële crisis de groeivoorspelling opwaarts bijgesteld. Deflatie, wat twee maanden terug nog een groot punt van zorg was, verdween helemaal uit beeld bij beleggers toen duidelijk werd dat de ECB een omvangrijk activa-opkoopprogramma (kwantitatieve verruiming, QE) zou opstarten en dat de groei zich herstelde. Daarbij moet echter worden opgemerkt dat de inflatiecijfers in maart negatief waren (-0,1 %) en dat de kerninflatie, weliswaar positief, vertraagde en +0,6 % bedroeg. Bij een vertragende activiteit zal het inflatiespook weer opdoemen.
QE
Op 9 maart ging in Europa de QE van start. Gezien de daling van de rente in Europa - met Griekenland als begrijpelijke uitzondering - kunnen we stellen dat de ECB zeer succesvol is geweest. Het programma zou tot september 2016 moeten aanhouden. Anders gezegd, er zijn nog 17 maanden van lage rente en ruime liquiditeit. Wij zijn van mening dat deze omstandigheden gunstig zijn voor het begin van een kredietcyclus.
Zelfs nu de eurozone een duidelijk economische vooruitgang heeft geboekt, blijven er grote verschillen in de regio en is het herstel kwetsbaar. De eurocrisis is niet opgelost. Griekenland draait bij de gratie van de ECB, die het land een korte termijn liquiditeitsprogramma verschaft. Er zijn geen overloopeffecten van de toestand in Griekenland naar andere lidstaten van de eurozone. Als de groei echter zou vertragen, zal de eurocrisis in volle hevigheid terugkeren.
VS
De economische statistieken in de VS bieden sinds begin dit jaar een complexer en minder rooskleurig beeld. Bijna alle economische cijfers wijzen op een vertraging in het eerste kwartaal van 2015. De belangrijkste vraag is of dit van voorbijgaande aard is en wat de gevolgen zijn van een eerste renteverhoging door de Fed.
Er zijn verschillende factoren die de vertraging van de Amerikaanse economie verklaren. De eerste is van zeer tijdelijke aard. In januari werden de staten in het midden en oosten van de VS door sneeuwstormen getroffen en in februari waren de temperaturen extreem laag. Dit vormde een rem op de bouwwerkzaamheden. Net als gedurende het eerste kwartaal van 2014 hadden de barre winterse omstandigheden een negatief effect op de Amerikaanse economie. Twee andere factoren zijn van cyclische aard en hebben elkaar waarschijnlijk opgeheven. Enerzijds drukt de sterke USD de export, maar anderzijds zorgt de lage olieprijs voor een aanzienlijk stijging van de koopkracht van consumenten in de VS.
De lage olieprijs is slecht voor de schalieolie-industrie. Er wordt niet meer geïnvesteerd in deze sector. De investeringen in de olie- en gaswinning zijn goed voor ongeveer 1 % van de werkgelegenheid, ongeveer 200.000 arbeidsplaatsen . De afgelopen 12 maanden zijn er 260.000 banen bijgekomen. Met andere woorden, als deze werknemers ontslagen worden, zouden er over diezelfde maand gezien nog 60.000 extra banen overblijven . Dat is niet genoeg om de hele economie te doen wankelen.
Groei blijft aanhouden
Afgezien van deze factoren die de groei nu drukken, hebben we er vertrouwen in dat de onderliggende groei zal aan houden. De consumptie, goed voor 70 % van het BBP, wordt gesteund door de sterke arbeidsmarkt en de licht stijgende lonen. Wij zijn van mening dat de huidige zwakke groei tijdelijk is en de komende maanden weer zal aantrekken.
Wij verwachten dat tegen deze achtergrond de Fed in de tweede helft van het jaar en voor het eerst sinds de wereldwijde financiële crisis de rente weer zal verhogen. Een renteverhoging in juni is niet uitgesloten, maar lijkt momenteel onwaarschijnlijk. Dat is, zoals de Fed herhaaldelijk heeft gezegd, afhankelijk van de statistieken. En wij zijn dat ook. Dit leidt tot onzekerheid over de precieze timing van de eerste renteverhoging, de zogenaamde lift off. Volgens ons is de vraag hoe snel de Fed de beleidsrente zal verhogen belangrijker dan het moment van de eerste verhoging. Wij denken dat dit zeer geleidelijk zal gebeuren. Nogmaals, dit hangt af van de economische statistieken, waarvan er veel tussen nu en het einde van het jaar bekend zullen worden en het scenario zouden kunnen wijzigen. John Maynard Keynes, een briljante econoom, zei ooit gezegd hebben: „Wanneer de feiten veranderen, verander ik van gedachten. En wat doet u?“ Dat geldt evenzeer voor de Fed als voor ons.
Meld u aan voor de Beleggen.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!