Waarom is er zo weinig groei, inflatie en productiviteit?
Dinsdag 18 Oktober 2016 | Door Yves Longchamp
Uit de economische cijfers blijkt dat de wereldwijde groei dit jaar op een gemiddelde van 2,9% uitkomt. Sinds de wereldwijde financiële crisis is dit cijfer voortdurend gedaald. De wereldwijde inflatie zal dit jaar naar verwachting verder afnemen en slechts op 2,8% uitkomen. Hoewel er geen maatstaf is voor de wereldwijde productiviteit, lag deze in de VS op een laag niveau.
Die lage groei, lage inflatie en lage productiviteit, ook zero economy genoemd, vormen een bron van bezorgdheid voor wetenschappers, beleidsmakers en beleggers. Waarom is er zo weinig groei, inflatie en productiviteit? De antwoorden van drie economen zijn complex en hebben tegenstrijdige gevolgen.
Larry Summers: seculiere stagnatie
Volgens econoom Larry Summers wacht ons een seculiere stagnatie, oftewel een periode van lage productiviteit, lage groei en lage inflatie, en als gevolg daarvan ook een lage rente. Al die lage waarden hebben diverse oorzaken. Ten eerste wordt er te veel gespaard, omdat de vergrijzende bevolking meer geld opzij moet zetten voor de oude dag. Ten tweede wordt er te weinig geïnvesteerd, omdat we de belangrijkste uitvindingen achter de rug hebben en omdat de volgende innovaties naar verwachting een laag rendement hebben.
Dit verklaart waarom de kredietverlening geen hoge vlucht heeft genomen en de investeringen laag zijn gebleven, met als direct gevolg dat de productiviteit, die het uiteindelijk van innovatie moet hebben, laag is. Volgens de theorie van seculiere stagnatie is de reële evenwichtsrente (de reële rente die aansluit op de doelinflatie en een economie met volledige werkgelegenheid) laag.
Wat kunnen we doen om deze impasse te doorbreken? Ten eerste moeten de monetaire voorwaarden soepel blijven en de rente zo laag mogelijk worden gehouden. Ten tweede moeten de overheidsuitgaven voor infrastructuur (wegen, bruggen, onderwijs enz.) omhoog om op korte termijn meer vraag en op langere termijn meer productiviteit te creëren. Volgens deze stelling moeten noch de Fed noch de andere centrale banken hun rente verhogen, omdat hierdoor de groei, de inflatie en de productiviteit nog verder gaan dalen. Overheden moeten de lage rente juist gebruiken om grootschalige infrastructuurprojecten met schuldpapier te financieren.
Kevin Warsh: er dreigt geen deflatie of recessie meer
Econoom Kevin Warsh heeft een totaal andere mening. In de nasleep van de wereldwijde financiële crisis, toen de economie aan de rand stond van een mogelijk net zo diepe crisis als die van de jaren 30, was het verlagen van de rente de beste maatregel. Die tijd is nu voorbij. De groei, inflatie en productiviteit zijn inderdaad laag, maar ze zijn stabiel gebleven en er dreigt geen deflatie of recessie meer.
In deze omgeving doet een lage rente meer kwaad dan goed. Lage rente zet mensen immers aan tot meer sparen en minder consumeren omdat er meer geld opzij moet worden gezet om aan het einde van de beleggingshorizon, meestal het pensioen, over hetzelfde bedrag te beschikken. Een hogere rente zou daarentegen een neerwaarts effect kunnen hebben op de door het aanhoudende lagerentebeleid opgestuwde prijzen van financiële activa. Als financiële activa minder aantrekkelijk worden, worden reële investeringen juist aantrekkelijker. CEO’s zouden hun aandeleninkoopprogramma’s stopzetten en meer geld uittrekken voor investeringen in kapitaalgoederen.
Paul Volcker : herstel de symmetrie
Volgens Paul Volcker hebben de centrale banken wereldwijd een asymmetrisch beleid gevoerd: de rente snel verlaagd, maar slechts in geleidelijk tempo weer verhoogd – voor zover ze dat überhaupt hebben gedaan. Het is belangrijk om de symmetrie te herstellen. Dat wil zeggen dat er een evenwicht is tussen versoepelende en verkrappende monetaire maatregelen. Door hun asymmetrische beleid geven ze meer prioriteit aan de financiële markten dan aan de economie. Een renteverhoging zou een negatief effect op financiële activa hebben, maar zou wel het vertrouwen in het systeem herstellen.
Daarmee zou worden aangetoond dat de Fed zich niet laat leiden door de grillen van de S&P 500, maar door de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de inflatie, beide doelstellingen van haar mandaat. Daarmee zou de Fed zich ook kunnen voorbereiden op de volgende recessie, want als de bank in de toekomst de rente wil verlagen, moet deze toch eerst worden verhoogd. Bovendien hebben monetaire stimuleringsmaatregelen steeds minder effect. De laatste ronde van renteverlagingen en inkoopprogramma’s heeft nauwelijks een stimulerende werking op de economie gehad.
We moeten niet vergeten dat Paul Volcker van mening is dat de Amerikaanse economie “het goed doet”. De werkloosheid ligt op haar evenwichtsniveau en de kerninflatie is niet ver verwijderd van de doelstelling van 2%, dus waarom zouden centrale banken hun beleid nog verder moeten versoepelen? Tot slot leidt een klimaat van aanhoudend lage rente tot buitensporige kredietverlening en uiteindelijk tot een zeer instabiel financieel systeem. Om dit soort dingen te voorkomen dient de Fed de rente geleidelijk te verhogen.
Nog meer van hetzelfde
Het is niet erg geruststellend dat enkele van de meest briljante wetenschappers van onze tijd het niet met elkaar eens kunnen worden over de manier waarop we groei, inflatie en productiviteit kunnen herstellen.
Wat de economische ontwikkelingen betreft, verwachten we voor de komende maanden nog meer van hetzelfde. De omgeving van zero economy, waarin we ons momenteel bevinden, is niet veranderd. Zelfs als de Fed de rente verhoogt, zullen de andere grote centrale banken hun versoepelingsbeleid waarschijnlijk handhaven. De laatste groei- en inflatiecijfers zijn laag en vertonen geen enkele opwaartse neiging. In dit lage en stabiele klimaat blijft ook de lange rente naar verwachting laag en bieden aandelen waarschijnlijk nog enig groeipotentieel.
Meld u aan voor de Beleggen.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!