Het is niet meer zoals vroeger
Donderdag 15 December 2016 | Door Yves Longchamp
De geringe groei en de lage inflatie hebben eigenlijk vooral te maken hebben met de sterke Amerikaanse dollar. De verdere stijging van de dollar sinds de verkiezing van Donald Trump is met andere woorden een reden tot bezorgdheid, aangezien dit de voorbode is van lagere mondiale prijzen en daardoor ook lagere inflatie.
De sterke Amerikaanse dollar draagt ertoe bij dat de wereldeconomie vandaag de dag minder aantrekkelijk is dan voorheen. De Amerikaanse dollar is de belangrijkste munteenheid ter wereld; het is de eenheid waarin economische zaken wereldwijd worden uitgedrukt om ze onderling vergelijkbaar te maken, het is de valuta waarin de prijzen van de wereldhandel (industriële producten en grondstoffen) worden uitgedrukt en het is de wereldwijd geaccepteerde valuta die u op zak hebt wanneer u exotische landen bezoekt.
Waarom de inflatie niet terugkomt, is een vraag waarover alle centrale banken zich het hoofd breken. We weten het antwoord niet, maar we zien wel dat wereldwijde prijzen (voor industriële producten en grondstoffen) het koersverloop van de Amerikaanse dollar kopiëren. Voor ons betekent dit dat inflatie zal uitblijven zolang de dollar sterk blijft of sterker wordt. Een sterke dollar is een obstakel voor mondiale reflatie en schiet zichzelf in de voet.
Trumpisme, dat naar ons idee pure schizofrenie is, is in vele opzichten gevaarlijk. Het is alsof marktdeelnemers het pessimisme over een presidentskandidaat achteloos hebben ingeruild voor optimisme over diezelfde persoon eens deze als toekomstige president een iets andere toon aansloeg. Deze omslag in het denken leidt tot een sterkere dollar, precies het tegenovergestelde van wat nodig is om de wereldeconomie nieuw leven in te blazen, en daarom kunnen wij ons niet vinden in het nieuw verworven optimisme van marktdeelnemers.
Seculaire stagnatie en wereldwijde groei
De wereldeconomie van de jaren 80 en begin jaren 90 heeft niets gemeen met de huidige economie. In de afgelopen 30 jaar heeft deze een ingrijpende transformatie ondergaan. Grofweg geschetst, kunnen we stellen dat het afgelopen millennium werd gedomineerd door de ontwikkelde economieën, terwijl het nieuwe millennium wordt aangevoerd door de ontwikkelingslanden.
In de jaren 80 kwam vrijwel de helft van de wereldwijde bbp-groei uit de VS en de regio die later zou uitgroeien tot de eurozone. Volgens de prognoses van het IMF zullen deze twee economieën in 2016 minder dan een kwart van de wereldwijde groei voor hun rekening nemen. Na 2020 zullen ze naar verwachting minder dan een vijfde vertegenwoordigen. Voor wie nostalgisch is aangelegd: relatief gezien zijn de oude economieën de afgelopen vijftien jaar duidelijk achteruitgegaan, maar in absolute cijfers was het ook een periode van geweldige expansie. Het gecombineerde bbp van de VS en de eurozone steeg in de jaren 80 met veel minder dan 1 biljoen USD per jaar, terwijl dit cijfer nu ver boven de 1 biljoen ligt, ondanks de lage groeiomgeving die vaak wordt geassocieerd met de term seculiere stagnatie.
“Waar is de seculiere stagnatie?” is dus de vraag die we ons moeten stellen. De groei is de laatste tijd robuust en sterk. Nog opmerkelijker is dat de wereldwijde financiële crisis en de daaropvolgende Grote Recessie geen blijvende gevolgen hebben gehad voor de groei. Volgens de meest recente cijfers nam het bbp in 2015 toe met circa 4,5 biljoen USD, een behoorlijk cijfer. Als het bbp tot aan het einde van het decennium aan dit tempo blijft groeien, zal het in dit decennium sterker zijn gestegen dan in eender welk decennium in de hele geschiedenis van de mensheid.
Maar de wereldwijde bbp-groei vertoont wel degelijk tekenen van seculiere stagnatie. In de jaren voorafgaand aan de wereldwijde financiële crisis versnelde de wereldwijde groei tot een piek van 8% in 2006 en liep deze na de crisis in sneltempo terug tot 4% in 2015.
Volgens ons is het bbp na de wereldwijde financiële crisis fors gestegen en zijn er geen tekenen die wijzen op een groeivertraging. In de drie belangrijkste economische regio’s, namelijk de VS, de eurozone en China, is de groei verrassend veerkrachtig gebleken. Met uitzondering van de eurozone in 2012 en 2013, toen de eurocrisis een hoogtepunt bereikte, is de groei vrij stabiel gebleven.
Of je nu vindt dat het glas half leeg of half vol is, de gangbare mening is dat de economie vandaag niet zo snel groeit als in de afgelopen decennia. De lonen zijn niet veel gestegen en de rendementen zijn teruggelopen tot een ongekend laag niveau, ondanks het feit dat de centrale banken en overheden van de grote economieën innovatieve en grootschalige stimuleringsmaatregelen hebben doorgevoerd. We zijn allemaal doordrongen van het besef dat het niet meer is zoals vroeger.
Meld u aan voor de Beleggen.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!