Genieten van het zomerweer
Vrijdag 19 Augustus 2016 | Door Yves Longchamp
Na de schok die de Brexit teweegbracht, toonden de economieën en financiële markten opnieuw hun veerkracht. Toch moeten we ons enthousiasme intomen, aangezien de onderliggende fundamenten niet zijn verbeterd.
De Brexit-schokgolven beperken zich voor het
merendeel, zo niet geheel, tot Groot-Brittannië. De schok sloeg dus niet over
naar Europa of de Verenigde Staten.
Dankzij de benoeming van Theresa May tot nieuwe
premier van Groot-Brittannië is de politieke stabiliteit intussen hersteld. Het
economische transmissiekanaal was minder besmettelijk dan gevreesd. De in juli
gepubliceerde cijfers wezen over de hele linie op een voortzetting van het
herstel, behalve voor het VK, waar alle beschikbare indicatoren een scherpe
daling van de economische activiteit lieten zien. Het is niet verrassend dat de
financiële markten aardig herstelden naarmate de politieke en de economische
angst wegebden. Sinds het Brexit-referendum op 23 juni zijn alle belangrijke
aandelenindexen opgeveerd, daalden de rendementen van Europese staatsobligaties
verder en namen de kredietspreads af, hetgeen leidde tot hogere
obligatiekoersen. De wond die de Brexit heeft geslagen, komt eigenlijk alleen
tot uiting in het Britse pond dat 10 % verloor ten opzichte van de Amerikaanse
dollar. De financiële markten “hebben op een relatief veerkrachtige wijze
gereageerd op de gebeurtenis”, om Mario Draghi te citeren.
De Brexit is niettemin absoluut slecht nieuws. Het is
een nieuwe recessieve, deflatoire en institutionele schok. De groei en de
inflatie, die overal ter wereld al laag zijn, worden verder gedempt. In
politiek opzicht heeft de Brexit de ondergronds sluimerende kwetsbaarheid van
de Europese Unie aan het licht gebracht en daardoor de instellingen verzwakt.
De Brexit is alles behalve een non-event en daarom blijven wij dan ook
voorzichtig.
Ondanks de Brexit-schok gingen activaprijzen de hoogte
in. Deze klaarblijkelijke paradox geeft dus aan dat er een schokdemper in het
spel was, nl. de centrale banken. Zij hebben het financiële systeem liquiditeit
verschaft en hoop gegeven, door te beloven dat het monetaire beleid in de
nabije toekomst, of zo nodig langer, soepel zal blijven.
Zowel de politieke stabiliteit als de
geloofwaardigheid van centrale banken, m.a.w. het vertrouwen in de
instellingen, zijn sleutelvariabelen geworden. Zij oefenen een directe invloed
uit op de vooruitzichten voor economieën en financiële markten. De wereldwijde
opkomst van het populisme, de zwakte van het Europese politieke bouwwerk en het
feit dat het voeren van een onorthodox monetair beleid in de hele wereld
gemeengoed is geworden, maken de huidige constellatie volgens ons erg
kwetsbaar.
Economische
vooruitzichten
De veerkracht van economieën in de nasleep van de
Brexit- schok behoorde tot het beste nieuws van de laatste paar maanden. In de
VS vertoonde de industriële sector, een van onze grootste zorgpunten eerder dit
jaar, enig teken van herstel. De ISM-index voor de productiesector, die
vergelijkbaar is met de bovengenoemde PMI-index, is ook opgeveerd. Mogelijk
luidt dit een minicyclus in, waardoor de cyclus in de VS langer kan aanhouden.
Het blijft echter de vraag of deze enquêtegegevens nieuwe banen en
investeringen zullen gaan opleveren. Ook de arbeidsmarktcijfers bevestigen deze
verbetering gedeeltelijk, in tegenstelling tot de investeringen. Volgens de
jongste BBP-cijfers zijn de particuliere investeringen namelijk in het tweede
kwar- taal met 3,3 % gedaald.
Daarnaast groeide het BBP in het tweede trimester met
1,2 % op jaarbasis, na een groei van 0,8 % in het eerste kwartaal gekend te
hebben. De particuliere consumptie is meer dan ooit de groeimotor in de VS, zo
niet de enige. Al was ook de bijdrage van de netto-export licht positief. Alle
overige componenten waren echter negatief. De samenstelling van de Amerikaanse
groei is met andere woorden opvallend onevenwichtig. De bijdrage van de
particuliere consumptie is te mooi om waar te zijn. Het is namelijk zo dat de
autoverkopen de laatste maanden tegenvielen, de groei van de detailhandelsomzet
stabiel bleef en het consumentenvertrouwen minder verbeterde dan de
consumptiehausse in het tweede kwartaal deed verwachten. Wij handhaven daarom
ons scenario dat de Amerikaanse economie in een latere fase verkeert en dat de
groei geleidelijk afneemt.
Het FOMC wees er recentelijk op dat de arbeidsparticipatie
is gestegen en dat de kortetermijnrisico’s voor de economische vooruitzichten
zijn afgenomen. Dit toont aan dat de Fed de marktdeelnemers voorbereidt op een
tweede renteverhoging later dit jaar. De toespraak die Janet Yellen eind
augustus gaat houden in Jackson Hole, de beroemdste bijeenkomst van centrale
bankiers, zal meer informatie opleveren over wat de Fed gaat doen.
In Europa steeg de economische activiteit in het
tweede kwartaal met 1,2 % op jaarbasis volgens de BBP-cijfers. Dit is minder
snel dan in het eerste kwartaal, maar nog altijd een goede score. Momenteel
zijn de gegevens over de verschillende BBP-componenten en landenbijdragen
echter nog schaars. Wat we wel weten is dat de groei in Frankrijk stagneert en
dat de Spaanse economie een stevig, maar afvlakkend groeicijfer van 2,8 % op
jaarbasis kende. Volgens de laatste indicatoren zal de economie de komende
maanden gestaag stijgen.
In Japan en China was de ontwikkeling in het tweede
kwartaal sterker dan verwacht. In China hielden de continue krediet- en fiscale
stimuleringsmaatregelen de investeringen en de industriële productie op peil en
scoorde ook de consumptie weer goed. Het is echter waarschijnlijk dat de cyclus
in China het afgelopen kwartaal zijn hoogtepunt heeft bereikt. Deze begon eind
vorig jaar met een grootschalige kwantitatieve verruiming en veroorzaakte
tegelijkertijd een sterke toename van de prijzen en de economische activiteit
in de vastgoedsector. Het economisch momentum zal de komende kwartalen
waarschijnlijk aan kracht inboeten, omdat de overheid de focus geleidelijk
verlegt van groeistabilisatie naar hervorming van de staatsbedrijven en
regulering van de financiële markten. Ook in Japan deed de industriële
productie het beter dan verwacht. Deze ondervond nauwelijks hinder van de
aardbeving in Kumamoto in april en de stijging van de yen. Intussen bleef de
consumptie zwak, ondanks steeds verdere verkrapping op de arbeidsmarkt. De
regering besloot de geplande btw-verhoging uit te stellen en heeft een fiscaal
stimuleringspakket aangekondigd om de groei een impuls te geven. Omdat de
fiscale en monetaire verruiming al behoorlijk op gang is, zullen extra
maatregelen echter lagere marginale bijdragen leveren.
Wat de economische activiteit betreft, zijn de cijfers
over de conjuncturele ontwikkeling globaal genomen positief. Dat wijst op een
mogelijke minicyclus in de industriële sector, terwijl de inflatie laag is
gebleven. In het bijzonder daalden de olieprijzen in juli met bijna USD 10 naar
USD 40 per vat. Ook de prijzen van industriële producten zijn wereldwijd verder
gedaald, terwijl de Amerikaanse dollar min of meer ongewijzigd bleef. De
mondiale indicatoren die wij volgen geven niet meteen aanleiding tot grote
wijzigingen. Dit suggereert dat de wereldeconomie in hetzelfde lage tempo
blijft groeien, bij een nog altijd lage inflatie. Daarnaast maant de daling van
de rente op overheidsobligaties tot voorzichtigheid.
Al bij al blijven wij voorzichtig, maar genieten we
van het verbeterende economische klimaat, zoals we ook van het zomerweer
genieten.
Meld u aan voor de Beleggen.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!