Déjà vu
Maandag 3 Juli 2017 | Door Yves Longchamp
De inflatie in de VS bereikte een nieuw hoogtepunt en de werkloosheidsgraad daalde tot 4,4%, het laagste peil sinds de laatste recessie. Het bbp zal naar verwachting met 2,1% toenemen en blijven groeien, al verliezen zij wat momentum. Daarnaast bereikte de S&P 500 een nieuw hoogtepunt. In de eurozone bleef de inflatie stabiel en daalde de werkloosheid. Het bbp zal naar verwachting met 2,6% stijgen met meer momentum. Ook de STOXX 600 bereikte een nieuw record.
Déjà vu? Dit is in essentie dezelfde economische evaluatie als degene die we in juni 2007, precies tien jaar geleden, konden maken. Zoals in de film The Matrix hebben we een déjà vu-gevoel. Voor het hoofdpersonage Neo is dat precies het moment waarop de matrix opnieuw geladen wordt en er een nieuwe sessie met nieuwe regels begint.
Rol centrale banken
Een van de grote verschillen tussen toen en nu is de plaats die de centrale banken innemen. Hun omvang is de laatste tien jaar flink uitgedijd en de rentevoeten staan op een heel ander niveau. In 2007 bedroeg de referentierente van de centrale banken in Europa 4% en in de VS 5,25%. Dat was het hoogste peil in de laatste cyclus, afgezien van de verhoging door Trichet. Deze is genoemd naar de vroegere voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), die de rente nog eens met 0,25% optrok, amper twee maanden voor de ondergang van Lehman Brothers.
Met deze nieuwe regel in gedachten is het logisch dat we ons afvragen wat de centrale banken kunnen doen wanneer er zich nog eens een recessie voordoet en hoe een goed gediversifieerde portefeuille er vandaag uitziet. Inderdaad, staatsobligaties lijken in de toekomst niet de veilige activa bij uitstek, want hun vermogen om financiële schokken op te vangen is vandaag duidelijk beperkter dan tien jaar geleden.
Vertrouwen
Afgezien van de centrale banken en de nog steeds voortdurende gevolgen van de wereldwijde financiële crisis die de beleggers blijven achtervolgen, was juni 2007 een keerpunt dat ons leven en dat van de komende generaties veranderd heeft. De invloed daarvan op ons leven is nog immenser dan die van de financiële crisis. Op 29 juni 2007 werd de eerste iPhone aan het publiek aangeboden. Hij gaf vorm aan de revolutie op het internet en in de communicatie met één enkel voorwerp, dat symbool stond voor het grote vertrouwen en de zelfgenoegzaamheid van de jaren voor de financiële crisis.
In slechts enkele weken tijd werd dit vertrouwen stukgeslagen. Op 9 augustus 2007 bevroor BNP Paribas USD 2,2 miljard aan fondsen met als reden dat de ramp in de Amerikaanse sector van de subprime-hypotheken de financiële markten wereldwijd wakker had geschud. In december van hetzelfde jaar belandde de Amerikaanse economie in de zwaarste recessie sinds de Grote Depressie. Op 15 september 2008 ging Lehman Brothers failliet. De subprime-crisis werd toen echt internationaal. Ze dreef de wereldeconomie in een recessie en duwde de financiële markten in een berenmarkt.
Zelfgenoegzaamheid
Sinds de somberste uren van de wereldwijde financiële crisis is er al enorme vooruitgang geboekt en is het opmerkelijk hoe efficiënt de centrale banken en overheden de neerwaartse krachten die toen actief waren hebben kunnen omkeren.
De VIX-index is een maatstaf van angst en vertrouwen (of zelfgenoegzaamheid), een statistiek over de volatiliteit op de Amerikaanse aandelenmarkten. Deze index, die op het tijdstip van schrijven op 9,9% staat, duikt voor de 14e keer in 27 jaar onder de 10%. Dat wijst duidelijk op heel veel vertrouwen of zelfgenoegzaamheid. Eens te meer een déjà vu. Met andere woorden: het is een niveau dat we gemiddeld om de twee jaar meemaken, maar nu hebben we het in de laatste vier weken al vijf keer gezien.
Blijf waakzaam
Een periode van heel lage volatiliteit is absoluut geen indicatie dat er een grote crash op komst is. Toch herinneren de cijfers van juni 2007 ons eraan dat we ons niet in slaap mogen laten wiegen door economische en financiële gegevens. Niet omdat ze fout zijn, maar omdat ze plots kunnen veranderen. Wat vandaag als een zekerheid wordt beschouwd, zou morgen twijfelachtig kunnen blijken. We moeten waakzaam blijven. De groei is robuust in de VS, de eurozone en China. De voorlopende indicatoren blijven aangeven dat er nog meer groei op komst is. De inflatie is laag en stabiel en het is weinig waarschijnlijk dat ze op korte termijn de comfortzone van de centrale banken zal verlaten. Over het algemeen blijft het monetair beleid over de hele lijn soepel, ondanks enige normalisatie. De globale conjunctuurcyclus zal waarschijnlijk niet verder verbeteren, maar hij zou langer kunnen aanhouden. We bevinden ons in een zogenoemde sweet spot.
Er is geen reden om een plotse verandering te verwachten en we denken dat de huidige economische situatie en het huidige marktklimaat nog enkele maanden zullen aanhouden. De lijst van geïdentificeerde risico’s blijft desondanks lang. Dan denken we onder meer aan Italië, dat een existentieel risico vormt voor de eurozone, de Amerikaanse economie, die geleidelijk aan vertraagt, en ten slotte China met zijn binnenlandse en internationale onevenwichtigheden (hoge binnenlandse schuld en neerwaartse druk op de munt). Het zijn allemaal risico’s die we goed in het oog houden. Zij hebben minstens één gemeenschappelijke noemer: hun hoge schuldgraad, zowel privé als publiek. Als we naar één variabele moeten kijken, dan is het wel het niveau van de rentevoeten. Déjà vu? We zullen zien.
Meld u aan voor de Beleggen.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!